Stap 1. Consult
Wij beginnen altijd met een consult. Hierin bespreken we je wensen en klachten en komen samen tot een passend behandelplan. Je krijgt daarbij ook uitleg over de kosten, de verwachte behandeltijd en de verwachte tijd die het implantaat nodig heeft om vast te groeien.
Wat neem je mee naar je afspraak:
- Verwijsbrief van je tandarts, huisarts en/of orthodontist.
- Geldige legitimatie.
- Gebruik je medicijnen? Neem altijd een compleet medicatieoverzicht mee. Dit kan je opvragen bij je eigen apotheek en mag niet ouder zijn dan één maand. Wij zijn namelijk verplicht dit medicatieoverzicht op te nemen in je dossier.
- Ben je verhinderd om op de geplande afspraak te verschijnen? Neem dan tijdig contact op met onze kliniek.
Voor het plaatsen van een implantaat of implantaten moet onderzocht worden of er voldoende kaakbot aanwezig is. Hier hoort een recente röntgenfoto en soms een driedimensionale scan (CBCT) bij. Het kan dus zijn dat we aan het begin van het consult een röntgenfoto gaan maken. Als blijkt dat een implantaat voor jou een goede oplossing is, kun je een vervolgafspraak maken voor de behandeling.
Stap 2. Kies of tand vervangen door een wortelimplantaat
Voorafgaand aan de ingreep geeft de implantoloog je een plaatselijke verdoving. Pas als jij aangeeft dat de verdoving goed werkt, start de behandeling. De gehele behandeling is pijnloos.
Na het verwijderen van de tand of kies blijft een holte in de kaak aanwezig. Deze wordt verder opgeboord tot een gaatje ter grootte van het implantaat.
Na het boren plaatsen we het implantaat. Hierbij kun je een beetje druk voelen. De ruimte in de holte rondom het implantaat wordt daarna opgevuld met korrels kunstbot om slinken van de kaak te voorkomen. Het net geplaatste implantaat sluiten we af met een tijdelijk dopje, of (als je daar tijdens het intakegesprek voor gekozen hebt) een tijdelijke kroon of brug. Omdat het implantaat nog moet vastgroeien, mag het tijdelijke dopje of de tijdelijke kroon of de brug absoluut niet belast worden. Wij controleren dan ook of je de tijdelijke kroon of brug niet de andere tanden of kiezen niet raakt. Indien nodig slijpen we de tijdelijke kroon of brug iets bij. Het kan daarom zijn dat de tijdelijke kroon of brug iets korter lijkt dan de naastgelegen tanden. Dit zal bij de definitieve kroon of brug niet meer het geval zijn! In sommige gevallen worden er nog enkele oplosbare hechtingen aangebracht.
Stap 3. Na een kies of tand vervangen door een wortelimplantaat
Pijn
Je kunt na de ingreep de voorgeschreven pijnstillers gebruiken. Het is verstandig om te beginnen met innemen van pijnstillers voordat de verdoving is uitgewerkt. De behandelend implantoloog legt duidelijk uit wanneer je het beste kunt beginnen.
Zwelling
Bij een kies of tand vervangen kan de wang of bovenlip gaan zwellen. De zwelling is de eerste twee dagen het ergst en neemt daarna af. Het is verstandig om direct na de ingreep de bovenlip aan de buitenkant enkele uren te koelen. Dit doe je door een cold-pack of ijsblokjes (in een plastic zakje) steeds afwisselend tien minuten tegen de wang te houden en dan weer vijf minuten weg te leggen. Er kan ook een blauwe plek ontstaan. Die trekt vanzelf weer weg.
Bloeding
De kans op een nabloeding is zeer klein omdat de wond is gehecht. Het is normaal dat er af en toe nog een druppeltje bloed uit het wondje komt en je speeksel enkele dagen na behandeling wat roze/rood gekleurd is.
Kunstbotkorreltjes
Het kan voorkomen dat er enkele kunstbotkorreltjes tussen het dopje of tijdelijke kroon en het tandvlees door verdwijnen. Je treft dan een of meerdere kunstbotkorreltjes in je mond aan. Dit is normaal en kan geen kwaad.
Hechtingen
Hechtingen lossen na 10 tot 14 dagen vanzelf op. Soms komen ze al eerder los. Er worden ook wel eens onoplosbare hechtingen gebruikt. Deze moeten na een tot twee weken worden verwijderd. Je maakt daarvoor dan een aparte afspraak bij de implantoloog.
Eten en drinken
Met het pas geplaatste implantaat mag je niets kauwen of afbijten. Het implantaat dient eerst vastgegroeid te zijn en voorzien van een definitieve kroon alvorens het gebruikt mag worden. Krachten op het implantaat kunnen zorgen voor losraken en dus mislukken van de behandeling.
In principe kun je alles eten, echter het advies is om zachter voedsel te gebruiken om de kans te verkleinen dat je tijdens het kauwen toch per ongeluk op het implantaat (voorzien van kroon, brug of dopje) bijt. Voor drinken gelden weinig regels, al is het niet verstandig om hete dranken te nuttigen zolang de verdoving er nog in zit. Alcoholische dranken zouden een nabloeding kunnen veroorzaken. Het advies is het nuttigen hiervan de eerste dagen na behandeling te matigen.
Mondverzorging
Wij adviseren vaak om de dag voor de ingreep en weer vanaf de eerste dag na de ingreep tot 2 weken na de behandeling twee tot driemaal per dag de mondvoorzichtig te spoelen met een desinfecterend mondspoelmiddel (Chloorhexidine). Daarvoor krijg je dan een recept mee. Daarnaast kun je een antibioticumkuur voorgeschreven krijgen. Deze kuur start vaak op de ochtend van de behandeldag. Het is belangrijk dat je de kuur afmaakt. Mochten er bijwerkingen ontstaan, neem dan contact met ons op voor overleg. Bij een goede mondhygiëne en regelmatige controles bij tandarts of mondhygiënist, kan het implantaat vele jaren meegaan.
Stap 4. Controle en nazorg
Het duurt vaak minimaal 4 maanden voordat het implantaat is vastgegroeid. Bij uitgebreidere behandelingen, zoals die met een tijdelijke kroon of brug is dit vaak 5 maanden. Wanneer bij controle blijkt dat het implantaat goed is vastgegroeid, kan je tandarts de kroon of brug gaan maken. Het dopje of de tijdelijke kroon of brug wordt dan uiteindelijk vervangen door de definitieve kroon of brug.
